WAT IS FILM?
Technisch gezien ?
Een film bestaat uit een strook celluloid, waarop na elkaar een serie momentfoto's is genomen. Door de projector worden die momentopnamen snel achter elkaar op het scherm geworpen. Zij tonen kleine verschillen in de bewegingen. Ons oog verbindt door het "nabeeld" op het netvlies die beelden aan elkaar en:
wij zien de beweging !
Hoe kwam men tot de film ?
Dat is het kenmerkende: Een foto is stil.
Een film toont beweging !
Het begin is reeds oud en dateert van 1833. Toen werd het "levensrad" uitgevonden door professor  Plateau uit Brussel en de Oostenrijker Stampfer. In dit levensrad, ook stroboscoop genoemd, gebruikte men tekeningen van dansers, springende paarden op een band, naast elkaar. In de opstaande rand van de ronddraaiende trommel waren spleten aangebracht, waardoor men kijken moest.


Door het snelle ronddraaien verschijnen de verschillende beelden achter elkaar voor het oog, dat deze door het nabeeld verbindt tot een gesloten beweging. Ons oog bewaart de lichtindruk even en in die tijd wordt het volgende beeldje "voorgeschoven" en geeft de nieuwe indruk. Is de opeenvolging te langzaam, dan gaat het beeld hinderlijk trillen, "flikkeren". We zien de beeldjes apart, niet als een geheel. Deze wondertrommel is nu nog in speelgoedwinkels verkrijgbaar. ( d.d. 1941 ! )
De Oostenrijkse generaal Von Uchatius vond in 1853 een toestel uit, waarmee dergelijke getekende beelden geprojecteerd konden worden en zo door meer personen konden worden bekeken.
GESCHIEDENIS
De eerste, die serie - foto's maakte, was de Amerikaan Muybridge. Hij liet een paard draven voorbij een serie van 12 tot 30 naast elkaar staande fototoestellen, waarvan de sluiters ontspannen werden op het ogenblik dat het paard het draadje verbrak, dat de sluiter met de tegenoverliggende muur verbond. Muybridge gebruikte in 1872 nog de zeer bewerkelijke collodiumplaten, die op de plaats van de opname moesten worden gegoten en in natte toestand belicht en ontwikkeld. De gevoeligheid was zeer gering. Na de uitvinding van de droge gelatineplaat door de Engelse arts Maddox had hij in anderhalf jaar honderdduizend platen gebruikt. Hij gaf een groot, kostbaar album uit over de studie der beweging, getiteld "Animal Locomotion".
Muybridge vond later de projectie van deze foto's en is de uitvinder van de bewegende fotografische projectie. Uit het werk van vele onderzoekers samen is toen langzamerhand de film gegroeid en de volgende staat van Liesegang geeft de belangrijkste uitvindingen aan:
Toverlantaarn ca. 1660

                      Levensrad   1832

              Fotografie 1839

                  Projectie levensrad 1845

Reeksen fotografie 1877

                          Kinemafotografie 1895
1853 VON UCHATIUS
MUYBRIDGE 1872
LIESEGANG
In 1893 bracht de grote uitvinder Edison de Kinetoscoop in de handel, waarvoor George Eastman, grondlegger van Kodak, de film vervaardigde. Deze was 35 mm breed, aan beide zijden geperforeerd en bestond uit celluloid.
Het beeldformaat was 18 X 24 mm en per seconde gingen 16 beeldjes door het beeldvenster. De tegenwoordige bioscoop-normaalfilm heeft nog dezelfde breedte en ook de perforatie is vrijwel gelijk. Het toetsel was echter een kijkkastje voor een persoon, geen projectietoestel !
Wonderlijk is het, dat een genie als Edison niet de gedachte heeft gehad, zijn kinetoscoop te verbinden met de projectielantaarn, die reeds een paar eeuwen bekend was.
EDISON 1893
LIESEGANG
LIESEGANG
LIESEGANG
LIESEGANG
LIESEGANG
LIESEGANG
LIESEGANG
1895 LUMIERE 1895
Op dit idee kwamen de Franse gebroeders A. en L. Lumiere en op 28 december 1895 werd de eerste film op de Boulevard des Capucines in Parijs vertoond. Het succes was enorm en spoedig was de bioscoop in iedere stad te vinden.
De amateurfilm
De amateurfilm
Niettegenstaande de hoge kosten, waren er reeds spoedig mensen, die voor hun genoegen films maakten. In Nederland nam daarbij een voorname plaats in, de padvindersleider Dick Laan, uit Bloemendaal  (ca. 1919). Het filmen van de amateurs werd pas algemeen mogelijk toen Kodak in 1923 met de 16 mm smalfilm kwam. Deze had twee grote voordelen:

1. Veel goedkoper dan normaalfilm
2. Volkomen veilig door het gebruik van acetaat-celluloid in plaats van het heftig brandbare nitro-celluloid van de normaalfilm.

In hetzelfde jaar kwam Pathe, Parijs, met de 9,5 mm film, die de perforatie in het midden had.
De nog steeds vrij hoge kosten van de 16 mm film werden opnieuw verlaagd door de invoering van de 8 mm film in 1932, eveneens door Kodak.
16 mm
35 mm
9,5 mm
8 mm
Tot zover dit stukje geschiedenis.
Bron:
Het Smalfilmboek door Dick Boer
Uitgave FOCUS N.V. - BLOEMENDAAL 1941
STAMPFER
Ik bezit veel filmboekjes geschreven door Dick Boer. Veel van de informatie kon de schrijver, haast ongewijzigd, jarenlang gebruiken ten behoeve van herdrukken en nieuwe uitgaven. Alleen al door de foto's van apparatuur die in de boekjes staan en door de wisselende advertenties geven ze een mooi tijdsbeeld van de (smal-) filmerij in Nederland.
Wat is er van Dick Boer terecht gekomen? Leeft hij nog? , zijn vragen die bij mij opkomen, wanneer ik zo'n boekje doorblader........................
Toelichting:
levensrad
De amateurfilm
De amateurfilm
De amateurfilm
1833 PLATEAU
(Zie ook de opmerking onderaan deze page !!!)
......OPMERKING......
Ben je geinteresseerd in de foto's van Muybridge?
Kijk dan eens op een geweldige website waar je ook foto's en animaties kunt zien:
filmspoeltje
spoeltje
spoeltje
spoeltje
spoeltje
spoeltje
spoeltje
spoeltje
spoeltje
spoeltje
spoeltje
spoeltje
spoeltje
levensrad
Precinema, animaties, optisch speelgoed